PvdA zet nepvakbond op voetstuk

Mede-oprichtster en oud-voorzitter van het Alternatief voor Vakbond is PvdA- lijsttrekker voor de senaat. Gefeliciteerd Mei Li en PvdA!

Een alternatief voor de vakbond is, zoals de naam al suggereert, geen vakbond. Een alternatief voor iets kan niet hetzelfde zijn. Een alternatief voor vlees kan geen vlees zijn, hooguit vis. Maar het alternatief voor vakbond is vlees noch vis. Het is geen werknemersvereniging, maar een vereniging van mensen van zeer diverse pluimage. Kleine zelfstandigen, kunstenaars, freelancers, you name it. Veel van hen zijn geen werknemer in de juridische zin. Zij verrichten geen arbeid in loondienst. En dus kan het AVV (Alternatief voor Vakbond) geen werknemersvereniging zijn, en mag je je afvragen of zij bevoegd zijn om een cao af te sluiten. De Wet op cao omschrijft nadrukkelijk een werknemersvereniging als bevoegde partij. Harry van Drongelen schreef hier in 2015 over in Zeggenschap.

Is het AVV eigenlijk wel een vereniging? In het verenigingsrecht geldt dat in een ALV niet-leden niet meer dan de helft van de stemmen die door leden zijn uitgebracht mogen uitbrengen zodat de primaire zeggenschap van leden gewaarborgd is.
Het stemmen over een cao is geen algemene ledenvergadering, maar wél de meest wezenlijke stemming met grote consequenties voor de leden. Bij AVV is het heel goed mogelijk dat het merendeel van de uitgebrachte stemmen van niet-leden komt. Ik zou daar als lid toch vraagtekens bij zetten. In de stemming zit geen onderscheid tussen lid en niet-lid. Elke stem telt even zwaar. Als bij het eerstvolgende cao-akkoord alle FNV-leden zouden meedoen aan de internetraadpleging van het AVV, zouden ze de leden van het AVV volledig buitenspel kunnen zetten.

Hoeveel leden heeft het AVV eigenlijk? Dat lijkt een groot geheim. Lukte het Harry Vogels nog om pas na de oprichting de cijfers uit het jaarverslag te vissen, nu is niets meer openbaar. We moeten voorzitter Pikaart op zijn woord geloven als hij zegt dat het er 2500 zijn. 2500 verspreid over alle sectoren en waarvan een groot deel geen werknemer is.

Van de laatste twee algemene ledenvergaderingen zijn echter geen verslagen te vinden. Zelfs op social media vond niemand, inclusief de accounts van het AVV zelf, het de moeite waard om er ook maar iets over te melden. Van de succesvolle algemene ledenvergadering en ledendag in 2017 heeft het AVV een fotoreportage gepubliceerd. Hoe je de foto’s ook telt, je komt op maximaal vijftien aanwezigen, inclusief bestuur.

Het functioneren van het AVV heeft veel meer kenmerken van een stichting dan een vereniging. Maar om cao’s af te sluiten (en als gevolg daarvan bijdragen te kunnen incasseren), moet het een vereniging zijn.

Als het er inderdaad 2500 zijn, dan is de contributieopbrengst 62.500 euro. Kun je daar een secretariaat, een helpdesk en deskundige onderhandelaars van betalen? Natuurlijk niet. De bijdragen van werkgevers zijn de belangrijkste inkomstenbron. “Het klopt dat het AVV grotendeels wordt betaald uit sectorfondsen,” geeft voorzitter Martin Pikaart ruiterlijk toe. Maar zijn verwijt dat de FNV hetzelfde doet, klopt niet. De FNV krijgt inderdaad forse bijdragen uit fondsen, maar dat is bij lange na niet hun hoofdmiddel van bestaan. Dat is nog steeds de contributie die leden betalen. Dat de FNV onafhankelijk is van werkgeversbijdragen, blijkt wel uit de vijfentwintig cao’s die de FNV niet heeft getekend. Daardoor liep de vakvereniging bijdragen mis. Pikaart kan bij hoog en laag beweren hoe onafhankelijk het AVV van werkgevers is, maar een kind begrijpt dat zijn clubje onmiddellijk door de hoeven zakt als de werkgeversbijdragen wegvallen.

Daarmee zijn ze niet onafhankelijk in de zin van artikel 2 van ILO-conventie 98.

Samengevat, het AVV (Alternatief voor Vakbond) is, zoals de naam al zegt, geen vakbond. Het is een vereniging met de kenmerken van een stichting, waarbij het stemrecht is geëxternaliseerd en de voornaamste inkomsten van derde belanghebbenden komen. Het AVV voldoet niet aan de criteria van de Wet op cao als bevoegde partij, omdat het geen vereniging van werknemers is, en voldoet niet aan de criteria van onafhankelijkheid zoals gesteld in ILO-conventie 98.

De minister van Sociale Zaken is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet op cao, het algemeen verbindend verklaren van een cao en de implementatie van ILO-conventies. Het is dan ook een raadsel dat hij een cao met het AVV algemeen verbindend zou kunnen verklaren en dat nota bene de Partij van de ARBEID Mei Li Vos, de oprichtster van deze club, lijsttrekker heeft gemaakt voor de Senaat.