Boedapest

Vreemd volk, ze spreken een ondoorgrondelijke taal die behalve op Fins, nergens anders op lijkt. Als ze over geschiedenis spreken lijkt niet Wenen maar Boedapest het centrum te zijn geweest van het grote Habsburgse rijk. Trotse gebouwen en trotse mensen in Boedapest. De straten zijn schoon, historische gebouwen zijn in volle glorie gerestaureerd. De Boeda en Pest scheidende Donau ligt vol met grote toeristen boten. Toeristen komen hier graag om te genieten van deze mooie stad. Maar onder de pracht ligt veel armoede. Boedapest is een stad van werkende armen. Ik verblijf in leuke studio van 30 m2. Naast, boven en onder mij wonen mensen in appartementen van dezelfde afmeting. Een appartement in de stad kost tussen een 50 a 100% van een niet ongebruikelijk fulltime salaris van 80.000 Forint, netto per maand. Dat is nog geen 300 Euro. In een cursus setting bespreken we een huishoudbudget met twee fulltime inkomens. Als alle rekeningen zijn betaald blijft er zo’n 100 a 150 euro per maand over om van te leven. Ik was ook in de supermarkt. Erg moeilijk voor te stellen dat je van zo’ n bedrag een gezin kunt voeden, kleren kunt kopen en ook nog geld overhoudt voor vervanging van een kapotte wasmachine of iets dergelijks. Er wordt dan ook veel op afbetaling of met geleend geld gekocht. De populistische regering heeft weinig op met de gewone man. Ze roepen wel dingen die mensen graag horen: tegen vluchtelingen, tegen de EU, je kent het wel. Prestige is ook belangrijk: de regering wil een serie nieuwe voetbalstadions bouwen. Maar verbeteringen voor de werkende armen zit er niet in. En opstand ook niet. Mensen zijn bang en gelaten. Zo gelaten dat velen verkiezingen ook als zinloos beschouwen. En zo komt Hongarije aan de meest rechtse regering van Europa.