De voorgenomen staking van KLM grondpersoneel riep de nodige reacties op sociale media op. Zo vond een piloot, nadat zij fors hebben ingeleverd van hun (riante) salaris, het grondpersoneel hun voorbeeld moest volgen. Dat staken schoot velen in het verkeerde keelgat, “FNV staakt de KLM kapot” en meer van dat soort teksten kwamen voorbij. Een bekende stuurman aan wal en FNV watcher twitterde dat onderhandelen altijd meer oplevert dan staken. Hij vindt staken niet meer van deze tijd.
In Nederland wordt heel weinig gestaakt. Wij zijn kampioen niet staken. Alleen landen waar nauwelijks een vakbond is, verslaan ons. Het Europese vakbondsonderzoek instituut (ETUI) zocht het uit, kijk hier maar eens: https://www.etui.org/content/download/23998/199748/file/interactivemapstrikes_20160729.pdf
Onderhandelingsmacht ontlenen wij uiteindelijk aan onrust. Rust is onze handelswaar. De tegenprestatie voor goede afspraken. Heel vaak wordt er niet gestaakt en slechte afspraken geaccepteerd. Omdat leden te braaf of te bang zijn en hun werkgever niet willen schaden. Of omdat andere bonden slappe knieën hebben en FNV alleen niet sterk genoeg is. Of omdat we het gewoon niet durven. Werkgevers als KLM gokken op het blauwe hart van hun werknemers als ze waardeloze CAO voorstellen doen. Als dan het hart minder blauw blijkt dan verwacht, voeren ze de druk op door KLM privileges op te schorten, de groep stakers te bagatelliseren en te isoleren van hun collega’s om uiteindelijk naar de rechter te gaan.
Kennelijk had die rechter wel een blauw hart want er kwam een hele vreemde uitspraak. De rechter wist het nog niet, wilde bedenktijd en legde een voorlopig stakingsverbod op.
Het recht om te staken is anders dan in vele andere democratische landen niet in de Nederlandse wet vastgelegd. Het VN verdrag voor Economische, Sociale en Culturele Rechten ICESCR en ILO conventies 87 en 98 geven ons impliciet het recht om te staken. Deze verdragen hebben echter geen directe werking. Dus vallen we terug op het Europees Sociaal Handvest (ESH) wat wel een directe werking kent. Overigens heb ik eerder beweerd dat we het ESH aan de EU hebben te danken. Dat is niet waar, het ESH is een verdrag binnen de Raad van Europa.
Bij een rechtszaak over een staking kijkt de rechter naar het ESH en de uitleg die rechters voor hem er aan gaven. Daarmee is het Nederlandse stakingsrecht zogenaamd “rechters recht”. Daar is in de loop van de jaren een lijn in ontstaan. Een rechter zal zich nooit inhoudelijk uitspreken een staking. Het gaat er om of een staking rechtmatig is. Daarvoor gebruiken rechters doorgaans drie criteria:
1. Laatste redmiddel (Ultimum Remedium): zolang er andere wegen zijn om het doel te bereiken moeten die eerst worden bewandeld (onderhandelen, rechtszaak)
2. Proportioneel, dat wil zeggen dat de veroorzaakte schade en mate van ontwrichting in verhouding met het te bereiken doel moet staan. Op grond hiervan zijn stakingen in het OV dikwijls beperkt.
3. Zorgvuldigheid, de staking moet tijdig worden aangezegd en de werkgever moet noodmaatregelen kunnen nemen.
Het Europees Sociaal Comité dat toeziet op de toepassing van het ESH vindt overigens dat deze toetsing te strikt is. De enige grond om een staking te verbieden zou volgens hen moeten zijn waar een staking de elementaire rechten van anderen belemmerd of beperkt.
Enige tijd terug gingen Easyjet piloten naar de rechter om de werkgever te beletten tijdens de staking andere piloten in te zetten. Onderkruipers of scabbers in het jargon. Nu bestaat er in Nederland één wet met betrekking tot stakingen: het zogenaamde onderkruipers verbod, maar dat geldt alleen voor uitzendbureaus. Uitzendbureaus mogen geen stakers vervangen. Easyjet zette eigen piloten in dus de rechtszaak leek op voorhand kansloos. Deze rechter had echter erg veel begrip voor de gefrustreerde piloten en gaf ze geen gelijk maar wel een cadeau: Ze hoefden slechts zes uur tevoren aan te zeggen zodat het voor Easyjet moeilijk, zo niet onmogelijk wordt om andere piloten in te roosteren. Een verruiming van het zorgvuldigheidscriterium.
Ik ken de motivering van de rechter in de KLM zaak niet. KLM gaf in de publiciteit aan dat het slechts een heel klein clubje stakers betrof. Vreemd, want met een klein clubje is het lastig om effectief te staken. KLM zette dat “kleine clubje” tegenover de grote gevolgen (miljoenen schade en duizenden gedupeerde passagiers). Wederom vreemd dat een klein clubje met een paar uurtjes staken zulke grote schade kan aanrichten. Maar voor het grondpersoneel heeft KLM, anders dan Easyjet met hun piloten, geen reserve personeel klaarstaan. Een grote groep grondpersoneel werkt niet eens voor KLM, maar voor een uitzendbureau. Dus bij de vervanging van stakers loopt KLM vast in het onderkruipersverbod wat hier wel van toepassing is. Ze vallen in hun eigen flexibele zwaard en daarom moest deze staking koste wat kost worden voorkomen. Het zou het zwakke punt van de steeds flexibeler arbeidsrelaties pijnlijk blootleggen en uitzendkrachten ineens erg machtig doen blijken.
Hoe de rechter tot het voorlopige verbod is gekomen blijft gissen, maar het kan eigenlijk alleen op basis van de proportionaliteit. En daar is het aantal stakers niet relevant, immers het doel is om de voorwaarden voor alle grondpersoneel te verbeteren. En die schade is natuurlijk gemakkelijk tot grote hoogte bij elkaar te verzinnen door KLM en Schiphol. En de grootste vraag, hoe kun je een elementair recht voorlopig verbieden als je nog niet weet of er een grond is voor een verbod.
Het wordt tijd dat we in Nederland eens na gaan denken of we het elementaire recht om te staken -waar we uiterst verantwoordelijk mee om gaan- nog langer afhankelijk willen laten zijn van de luimen van een rechter. We zijn kampioen niet staken. Het aantal stakingsverboden in verhouding tot het aantal aangekondigde stakingen zou ons wel eens op lijstje van landen kunnen doen belanden, waar je liever niet tussen wilt staan.