Vandaag een gastblog van mijn Groningse collega Riek van Kampen.
In 1959 wordt er een grote gasbel gevonden in Groningen en op eerste Kerstdag in 1986 is er een eerste aardbeving in de provincie Groningen met de kracht van 3.0 op de schaal van Richter. Sindsdien tellen we meer dan duizend aardbevingen, groter en kleiner in kracht.
Het Groningse gas heeft Nederland al zo’n 250 miljard euro opgeleverd, voornamelijk de afgelopen 50 jaren gebruikt voor de financiering van lopende uitgaven van de overheid. Sociale zekerheid, openbaar bestuur, veiligheid en infrastructuur zijn vooral grote kostenposten geweest. Het Groningse gas kwam goed van pas.
Groningers zijn een nuchter volk. Een volk van hard werken en van niet zeuren, maar van doen. Groningers kunnen wel tegen een stootje, want zoals de noordelijkste provincie van Nederland altijd zo ver van de Randstad blijkt te liggen, hebben Groningers moeten leren dat “niets vanzelf komt”.
Er is veel te doen over de aardbevingen en de schadeafhandeling. De media schrijven, actiegroepen komen en gaan, Freek de Jonge staat op, maar nog steeds wordt het leven van de Groningers elke dag volledig beheerst door de aardbevingen en de gevolgen. Het is het gesprek van de dag, Als er geen aardbeving is, dan is er wel de vraag: hoe en wanneer gaat het weer goed komen met de schade aan mijn woning. Groningers hebben weinig vertrouwen meer dat het goed gaat komen. En dat is niet heel raar als je ziet hoe Groningers het “recht” moet bevechten. Jarenlange procedures doorlopen, onderzoek na onderzoek, afwijzing na afwijzing, het kan niet op en het gaat maar door. Ondertussen wil de bank we je hypotheek aflossing zien voor een huis dat onverkoopbaar onder water staat. Wie gaat de Groninger helpen?
Nederland laat het afweten. Slechts 180.000 ondertekeningen op de petitie Laat Groningen niet zakken. Groningers worden er ziek van. Hoeveel stress kan een mens hebben? Hard werken om je kost te verdienen, mooi huis jaren geleden gekocht en nu gestraft worden. Flink gestraft worden. Nederland rijk geworden aan het Groningse gas, vooral geïnvesteerd in Randstedelijke projecten ver weg van Groningen en jij blijft achter bij je ernstig beschadigd huis.
Je weet je geen raad, want niemand staat naast je nu jij het hard nodig hebt. Fakkeltochten, een Gronings strijdlied, ludieke acties en bemoeienis van bekende Nederlanders hebben tot vandaag weinig concreets gebracht voor eigenaren van de Groningse woningen. Vooral de erkenning, of noem het miskenning en het touwtrekken om geld, maakt murw. Groningers zijn moe, of zou dit juist de bedoeling zijn dat we opgeven?
T’zou zo simpel kunnen zijn. De vervuiler betaald. Maar deze vervuiler, Shell, is machtig, sterk en is te belangrijk voor de staat der Nederlanden. Daar boksen de duizenden Groningers voorlopig niet tegen op. Bureaucratie, commissies, adviseurs maken de Groningers dol. Er wordt over hen gesproken, maar niets opgelost.
Groningers gaan door. Ze verenigen zich in een groot netwerk en brengen zoveel mogelijk huis aan huis een flyer langs de deuren. Nog meer mensen moeten de petitie gaan ondertekenen. Het kan toch niet zijn dat niemand zich het lot van de Groningers aantrekt? Huis aan huis, zij aan zij trekken de Groningers er opnieuw op uit. Samen sterk is het motto. We gaan door, we zijn nuchter, We moeten ons opnieuw zelf zien te redden. Maar de grimmigheid neemt toe, het vertrouwen verdwijnt. Stank als dank.