Raoul Leering (adviseur bij ING) shreef deze week een stuk in de volkskrant over hoe de vakbond weer populair kan worden. In dit interessante stuk pleit hij onder meer voor de afschaffing van de wetten op CAO en AVV zodat niet leden niet langer kostenloos mee kunnen genieten van de door vakbonden bereikte verbeteringen. Hij had hier wat mij betreft wel wat dieper op door mogen gaan want ik vind het al veel langer een interessante gedachte.
De wet op CAO regelt de bevoegdheden met betrekking tot CAO onderhandelingen. Wie mag een CAO afsluiten en hoe gaat dat in zijn werk. Het lijkt mij wel handig dat er een wettelijke basis voor het afsluiten van CAO’s blijft bestaan. Deze wet verscheen voor het eerst in 1927. Het duurde 10 jaar voordat een ander probleem wettelijk werd afgedicht met de wet op AVV. Als vakbonden een CAO afsloten met een werkgevers organisatie was deze van toepassing op alle werknemers in de bedrijven vertegenwoordigd door de desbetreffende werkgeversorganisatie. Doordat de CAO niet van toepassing was op niet aangesloten werkgevers in dezelfde sector, ontstond feitelijk oneerlijke concurrentie tussen georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers.
Vanuit vakbondsoogpunt wellicht helemaal niet zo beroerd, een extra incentive voor werknemers in ongeorganiseerde bedrijven om lid te worden en de werkgever te dwingen de CAO toe te passen. Blijft echter het probleem bestaan dat zodra de vakbond in de buurt kritische massa zit, de druk van zowel de nieuwe leden als van de werkgever om een CAO af te sluiten toeneemt. De leden willen waar voor hun geld en de werkgever sluit liever een deal voordat de vakbond te sterk wordt. En de ongeorganiseerde werknemers in dat bedrijf liften dan weer gratis mee.
Stel: we maken de CAO een zuivere privaat rechterlijke overeenkomst die alleen van toepassing is op leden. Wat zou er dan kunnen gebeuren?
Werkgevers hebben een groot belang om geen onderscheid te maken tussen leden en niet leden. Ze willen hun mensen nu eenmaal niet in de armen van de vakbond drijven. Dus bij een CAO op enkel bedrijfsniveau zal de slimme werkgever deze altijd op iedereen toepassen.
Bij een bedrijfstak CAO is de tegenpartij een werkgeversvereniging. Als duidelijk wordt dat de bedrijfsvoering aanmerkelijk duurder is omdat een als lid van die vereniging een CAO moet toepassen die niet leden niet hoeven toe te passen, valt een groot deel van het bestaansrecht van die werkgeversvereniging weg. Nu zijn er wel werkgeversverenigingen waar ik weinig mee heb, maar om een CAO af te sluiten is een relevante tegenpartij onontbeerlijk.
Als je het systeem eerlijker wilt maken kun je pas de wettelijke basis veranderen als je voldoende organisatiegraad hebt om vast te houden wat je hebt en verbeteringen af te dwingen waar nodig. En het systeem houd de lage organisatiegraad in stand. Een catch 22.
Daarom pleit ik al jaren om eerst maar eens die ongeorganiseerde werknemer aan te spreken. Daar zijn er 6 miljoen van en dat zijn echt niet allemaal klaplopers. Sterker nog: de vraag waarom ze geen lid zijn wordt vaak beantwoord met : niemand heeft mij ooit gevraagd. En als we toch met ze spreken, laten we dan ook gelijk afspreken dat we pas gaan onderhandelen over een CAO als er voldoende kritische massa is. Of we daarmee ooit voldoende positie bereiken om te wettelijke basis bij grof vuil te zetten betwijfel ik. Maar als we niet in staat blijken om tenminste 1 miljoen uit die 6 miljoen ongeorganiseerden te begeesteren, hebben wij misschien ons bestaansrecht ook verloren.
En als we wat willen veranderen dan zou ik eerst het stakingsrecht zoals in de meeste fatsoenlijke landen in een wet vastleggen en weghalen bij de grillige interpretaties van rechters.