Onze Jan Lankreijer was manager. Hij was dat bij zijn geliefde gemeente Amsterdam en op vele andere plaatsen. Hij was ook wethouder in Almere. Overal maakte hij vrienden en soms ook vijanden. Het waren vooral de regel fetisjisten die moeite hadden met Jan zijn onnavolgbare flexibiliteit. Maar ik weet zeker dat vriend en vijand het eens zijn dat hij een gave had om de meest ingewikkelde problemen met zijn eigenzinnige logica te simplificeren en op te lossen. Bij Jan waren woorden al snel te veel, hij vatte dingen meestal in een “tegeltje” zoals wij zijn oneliners noemden. Als je hem een lang document stuurde, dan moest je bij hem komen. Dan vroeg hij: “vertel mij nou eens in twee minuten en eenvoudige woorden wat je daar hebt opgeschreven”. En als je dan klaar was dan zei hij: “en waarom heb je het niet zo opgeschreven?”
Jan zou zichzelf nooit een vakbondsman noemen, hij had een uitgesproken hekel aan demonstraties en machtsvertoon. Toch spendeerde hij zo’n 10 jaar van zijn werkzame leven aan de vakbond en bracht veel visie en wijsheid over de organisatorische onvolkomenheden van een min of meer politieke organisatie. In mijn beleving redde hij bondgenoten van een faillisement en AbvaKabo van een moordende interne strijd. Een dwingende kracht op de achtergrond die zijn naaste medewerkers op een schild kon dragen en gelijktijdig ook het bestuur op de goede weg hield. In grote personeelsbijeenkomsten sprak hij vaak behoedzaam en met zachte stem. Dan was het muisstil. Heel soms haalde hij hard uit. Maar altijd met een gezag waar weinig mensen aan konden of durfden te tornen.
De geschiedenisboeken van de vakbond staan bol van grote leiders. Grote leiders kunnen alleen bestaan bij de gratie van mensen zoals Jan. Die achter de schermen problemen oplossen en conflicten bezweren. Jan kon dat als geen ander. Voor mij was hij een grote leermeester, bijna een vader, zeker een vriend en een groot vakbondsman die beter begreep wat er gaande was dan menig doorwinterde collega. Ik kon niet op zijn afscheid zijn, maar ik geef hem graag de eer die hij verdiende. Ik werkte ruim drie jaar in zijn beschermende schaduw en ging van die man houden. Vaarwel lieve Jan.