Valse start voor Koolmees (pensioenen)

Wouter Koolmees, onze nieuwe minister van SZW staat naar eigen zeggen voor de BNR microfoon te popelen om de pensioenen op de schop te nemen. Maar daar is geen enkele rationele reden voor.
Mercer maakt al 9 jaar een vergelijkende pensioen index. Natuurlijk is elke vergelijking arbitrair omdat er zoveel systeemverschillen zijn die de weging complex maken. Maar Mercer vergelijkt 30 landen aan de hand van 40 abstracte indicatoren. Het is een alom gewaardeerde graadmeter.
Dit jaar zijn we gedaald van A naar de B+ status. Winnaar Denemarken scoort een tiende punt hoger dan ons, maar haalt daarmee de A status ook niet. Dit terwijl Nederland en Denemarken beiden vorig jaar een A status behaalden. Nu is er geen enkel land met een A status meer over. Maar dat is geen reden voor paniek.

Mercer weegt de 40 indicatoren in 3 categorieën. Adequaatheid, toekomstbestendigheid en integriteit in een holistisch perspectief. De eerste pijler (AOW), tweede pijler (pensioen), derde pijler (Verzekeringen en netto prive vermogen). Dit jaar is een nieuwe indicator ingevoegd, namelijk de lange termijn economische groei (het gemiddelde over 3 jaar terug en 3 jaar vooruit gecorrigeerd met betalingsverplichtingen). Om de schaal gelijk te houden, is de weging van deze indicator ten koste gegaan van de weging van pensioen vermogen en de hoogte van verplichte bijdragen. Indicatoren waarop Nederland zeer hoog scoort tellen daardoor minder zwaar ten opzichte van een relatief lage score op economische groei. In de praktijk is er dus niets veranderd ten opzichte van vorig jaar, de meting is veranderd. In de totaalscores over 9 jaar zijn wat pieken en dalen te zien, maar we scoren aanzienlijk hoger als bij in de eerste index in 2009. Ons pensioenperspectief is feitelijk verbeterd.
Waar zitten de verschillen met Denemarken? Met name op toekomstbestendigheid scoort Denemarken aanmerkelijk hoger terwijl Nederland op adequaatheid en integriteit hoger scoort. De hogere Deense scores zitten in levensverwachting, de hoogte van verplichte bijdragen en de arbeidsparticipatie van ouderen. In de eindweging geeft dat dus een tiende punt voordeel aan Denemarken.

Mercer doet een aantal aanbevelingen voor Nederland. Invoering van een verplichte minimum toetredingsleeftijd, verhoging van het netto vermogen van huishoudens (is in Nederland laag door hoge hypotheekschulden), hogere arbeidsdeelname van 55 plussers en betere bescherming tegen betalingsonmacht van fonds of verzekering.

Dat zijn onderwerpen die weliswaar van invloed op pensioenen zijn, maar op andere politieke beleidsterreinen liggen. De twee belangrijkste beleidsmaatregelen die onze oudedagsvoorziening verbeteren:
– terugdringing van de collectieve hypotheek schuld. Dit gebeurt feitelijk al als gevolg van de lage rente en hoge belasting op spaargeld. Hernieuwde invoering van het huurwaarde forfait gaat die trend weer afremmen terwijl de lage rente in combinatie met heffing op vermogen sparen ontmoedigd.
– De pensioenleeftijd verschuiven (omhoog of omlaag) heeft een beperkt effect zolang werkgevers niet bereid zijn meer ouderen in dienst te nemen. Daarnaast kennen we een relatief hoge uitval in zware beroepen.

Daar moet dus iets aan gedaan worden.

De andere twee aanbevelingen zijn tamelijk technische zaken die weliswaar punten scoren maar in dit verband minder relevant zijn.
Uit het rapport valt echter nergens te lezen dat het systeem op de schop moet.

Voordat je nog meer onzin uitkraamt, je kunt het hier allemaal lezen Wouter.

#Metoo

Het is lang geleden want ik ben niet zo heel jong meer. In mijn jeugd was geweld een onderdeel van mijn leven. Mijn ouders sloegen wel eens en op de lagere school wilde de onderwijzers je ook nog wel eens corrigeren met een flinke klap om de oren. Op de Lagere Technische School werd veel gevochten. Soms in groepen, waarbij ze het vooral op de “kakkers” van het atheneum hadden voorzien. Vaak ook een tegen een. Ik was geen vechter en paste (misschien juist daarom) niet goed in. Dat leverde vaak en veel klappen op met als pijnlijks dieptepunt een gebroken rib en een kapotte fiets.
Toen ik ging werken kreeg ik wat problemen met mijn werkgever en werd voor straf in de graafploeg gezet. Kabels ingraven waar de machine niet kon worden ingezet. Een soort “chaingang” van 7 ruige mannen. Nou ja 7 min 1 ruige mannen die op een rij tegels lichten, graven, kabel trekken, dichtgooien, aanstampen en herstraten. Hard werk. S’ochtend om 6 uur stond de bus voor de deur en als je niet snel genoeg was, werden er vernederende obsceniteiten door de straat geschreeuwd. Tijdens het werk was gewoonte om meisjes na te roepen en te fluiten. Daar deed ik ook aan mee, want ik wilde niet buiten de groep vallen. Op een dag trokken ze een meisje van de fiets. Ik zei er voorzichtig iets van. Vervolgens werd ik de hele dag met homo aangesproken. Uiteraard was dat een scheldwoord in die groep.

Tegen het einde van de dag werd ik in de bus geduwd waar de leider van de groep zijn lul uit zijn broek had gehaald en werd ik gedwongen om hem te pijpen. Net toen ik zijn stinkende lid kon ruiken, ontsnapte ik of lieten ze mij ontsnappen. Kennelijk moest mijn “mannelijkheid” worden getest. Een paar weken later manouvreerde ik mij zodanig dat ik werd ontslagen. Ik was daarna een jaar werkloos. Ik heb er nooit iets mee gedaan in de hoop dat het een vergeten herinnering zou worden.
Ik was 21, het is lang geleden. Ik ken hun namen niet meer. Ik dacht dat ik het achter mij had gelaten, maar ze hebben mij voor het leven getekend. Dus bij tijd en wijle komt het terug. Ik ontleen er gelukkig ook veel strijdlust en rechtvaardigheidsgevoel aan, waarmee ik in mijn latere leven ver ben gekomen. Nadat onlangs een militair naar buiten kwam, ben ik gaan twijfelen of ik het zou publiceren. Ik zag een sterke bekentenis van Jane Fonda, ze had niet gesproken voor anderen en schaamde zich er voor. Nu er een golf is van vrouwelijke outings, wil ik mannen aanmoedigen om hetzelfde te doen. Want gaat niet over seks, maar over macht en vernedering. Dat is niet sekse gebonden en is van alle tijden en settings. Door te vertellen wordt het misschien iets gemakkelijker om te doen wat ik heb nagelaten. De daders ter verantwoording brengen. Door gebruik te maken van interne procedures voor ongewenst gedrag en in ergere situaties aangifte doen. Door de schaamte voorbij te gaan.