Het is inmiddels tien jaar geleden dat wereldvoetbalbond FIFA besloot om het WK voetbal in 2022 in Qatar te houden. Sindsdien is het oliestaatje de grootste bouwput ter wereld.
In Qatar zijn vele toeristische attracties en accommodaties gebouwd. Om deze te bedienen is er in Doha is een splinternieuw metrosysteem met drie lijnen gebouwd. De lijnen zijn samen 76 kilometer lang en bedienen 37 stations. In het centrum van de stad is een tramringlijn van 12 kilometer gebouwd, inclusief zeven nieuwe stations en de renovatie van een bestaand station. In Lusail, de nieuw gebouwde stad voor 250 duizend inwoners, wordt een lightrailsysteem van vier lijnen en 37 stations aangelegd.
Bouwvakkers
In Qatar wonen 2,8 miljoen mensen. Slechts 330 duizend van hen zijn Qatari’s. De overige ruim 2,5 miljoen inwoners zijn migranten uit zo’n 25 landen in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Velen werken in sectoren als de horeca, de schoonmaak, de beveiliging, de transportsector en de aardolie- en gasindustrie. Maar de meesten van hen, minstens een miljoen, zijn bouwvakkers.
Er zijn verschillende schattingen van het aantal doden sinds de start van de bouwwerken in 2012. De hoogste loopt in de duizenden. De laagste schatting is het officiële getal van uitsluitend sterfgevallen bij de bouw van WK-faciliteiten, 34. Daarvan zijn er slechts drie als arbeidsongeval geregistreerd. Het probleem is dat veel mensen sterven aan hart- en longfalen. Dat is niet direct gerelateerd aan het werk, maar wél aan de extreme arbeidsomstandigheden, zoals lange werkdagen en extreme hitte. Deze doden worden dus niet als arbeidsongeval geregistreerd. Onder de shariawetgeving is het vaak niet mogelijk om een autopsie te doen, omdat daar toestemming van de naaste familie in een ver buitenland voor nodig is.
Om het in perspectief te zetten: in Nederland sterven ongeveer zeventig mensen per jaar als gevolg van een arbeidsongeval. In de bouw zijn dat er ongeveer twintig per jaar. De totale bouwproductie en -populatie ligt in Qatar zeker drie keer hoger als in Nederland. Daarentegen zijn de migranten in Qatar over het algemeen jonger en gezonder dan de gemiddelde Nederlandse bouwvakker.
Kafalasysteem
Vanaf de eerste golf van negatief nieuws, voornamelijk afkomstig van Amnesty en Human Rights Watch, heeft de internationale vakbondsgemeenschap onder voortouw van Building Workers International en de World Players Association zich ingezet voor verbeteringen. Ik ga hier niet in op alle acties en procedures, maar het heeft uiteindelijk geleid tot een driejarige samenwerkingsovereenkomst tussen de International Labour Organization (ILO, onderdeel van de Verenigde Naties) en Qatar.
Deze overeenkomst moet leiden tot betere betaling van werknemers, versterking van de arbeidsinspectie, afschaffing van het als moderne slavernij omschreven Kafalasysteem, verbetering van de wervingspraktijken, betere preventie en vervolging van gedwongen arbeid en promotie van medezeggenschap.
Om dit alles te bewerkstelligen, hebben internationale vakbonden elke zes maanden overleg met de regering en ILO. Ik ben lid van die delegatie. Daarnaast hebben Internationale vakbonden contactpersonen in Qatar aangesteld. Zij bezoeken werknemers, geven hen voorlichting over hun rechten en helpen hen met klachtprocedures.
Hoe ver zijn we?
Er zijn de afgelopen twee jaar in een razend tempo wetswijzigingen doorgevoerd. Er is een arbeidsinspectie van bijna niets tot driehonderd man opgebouwd. Veel arbeidsomstandigheden en voorzieningen zijn verbeterd. De exitvisa zijn afgeschaft. Wervingsfees zijn verboden. We zijn een evidence based minimumloon overeengekomen en er is een loonbeschermingssysteem opgezet, waardoor een werkgever niet langer het loon van de werknemer kan verlagen bij aankomst. Paspoortconfiscatie is verboden. Veel bedrijven hebben joint committees waarin werknemers worden gekozen. Het No Objection Certificate (NOC), dat nodig is om van baan te veranderen, wordt afgeschaft. Onze contactpersonen hebben netwerken in verschillende sectoren opgebouwd.
Wat gaat er mis?
Er zijn in de wetgeving nog twee hete hangijzers die aan het begin van het jaar zouden zijn opgelost, maar door de coronacrisis zijn blijven liggen. Het gaat om de invoering van het minimumloon en de afschaffing van het NOC. Het laatste nieuws is dat dat volgende maand gaat gebeuren.
Verder moeten we ons realiseren dat het een complexe arbeidsmarkt is. Het is een komen en gaan van bedrijven, waaronder veel westerse joint ventures, en een enorme rotatie van migranten. Dat betekent dat er veel arbeiders zijn die hun rechten niet kennen en veel werkgevers die hun plichten niet zo nauw nemen. Door de joint committees, de meertalige website van het ministerie van Arbeid en onze netwerken komen er meer klachten naar voren dan het systeem kan verwerken. Klachtbehandeling gaat via het ministerie in fasen van onderzoek, bemiddeling en juridische procedures. De bewijslast is vaak complex, de capaciteit volstrekt onvoldoende en werknemers zijn bang. Dat is helaas niet heel snel op te lossen.
Vrije vakbonden
Ik heb aan de hand van cijfers van de FNV laten zien hoeveel systeemdruk er wegvalt als er vrije en professionele vakbonden zouden zijn. Dat is voor de Qatari’s nog steeds een brug te ver. Met een bevolking waarvan 85 procent migrant is, zien Qatari’s organisatie als een bedreiging voor hun clancultuur en systeem. Dat weerhoudt ons er niet van om het te benoemen. Het feit dat ze daar nog niet voor open staan, weerhoudt ons evenmin van deelname aan de samenwerking. Er is veel bereikt, nog veel te doen en het is een showcase in het Midden-Oosten waarmee veel levens verbeteren. De manier waarop we nu het contact met migranten organiseren, nemen zij mee naar huis, waar doorgaans wel vrije vakbonden zijn.
Het is makkelijk om in elke discussie in Nederland de situatie in het Midden-Oosten erbij te slepen. Maar vaak is de werkelijkheid complexer en genuanceerder. Er gebeurt veel meer achter de schermen dan menigeen weet. Voor zover de kritiek oprecht is, is het zeker acht jaar te laat.