In Wit-Rusland, de laatste dictatuur van Europa, gloort de hoop van verandering. Drie vrouwen, echtgenotes van opgesloten politieke activisten, hebben de handen ineengeslagen. Alhoewel hun programma onduidelijk is, hebben zij steun van een breed spectrum van oppositiepartijen. Vorige week organiseerden zij de grootste politieke demonstratie van het land sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.
Twee standpunten zijn echter duidelijk: zij willen eerlijke verkiezingen en vrijlating van politieke gevangenen. President Lukashenko sluit al jaren mensen op, om hen vervolgens vrij te laten zodra ze geen bedreiging meer zijn en hij er sier mee kan maken. Het is van groot belang dat deze vrouwen het oog van wereld op zich gericht weten te houden.
Van 2005 tot 2007 was ik betrokken bij een particulier humanitair project in Wit-Rusland en bezocht het land twee keer. Destijds waren we verbluft van de armoede en uitzichtloosheid in het land. Ons project daar, het renoveren van een kostschool voor arme plattelandskinderen, is een blijvende herinnering.
Rotterdam
Toen de European Metalworkers’ Federation mij in 2010 vroeg om onderzoek te doen naar de export van Wit-Rusland in onderdelen voor de Duitse automotive industrie, deed ik dat graag. Maar gaandeweg ontdekte ik dat die schroefjes en boutjes naar Duitsland weinig voorstelden. Export van olieproducten was vreemd genoeg de belangrijkste buitenlandse handel. Vreemd, omdat Wit-Rusland nauwelijks olie produceert. Het ging om ruwe olie uit Iran, Azerbeidzjan en Venezuela die werd doorverkocht of geraffineerd in een door Shell opgeknapte raffinaderij in Wit-Rusland. De meeste van die producten gingen via de haven in Rotterdam de wereldmarkt op. Daarmee was Nederland destijds na Rusland de grootste exportpartner. Lukashenko won in 2010 de presidentiële verkiezingen met een onwaarschijnlijke meerderheid van tachtig procent. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) stelde vast dat de verkiezingen niet eerlijk waren verlopen. Daarmee was druk ontstaan om het regime te boycotten. De oppositie was klaar met symbolische sancties.
Boycot
Nederland had als grootste EU-exportpartner de sleutel van een succesvolle boycot in handen. Een Wit-Russische oppositiedelegatie verzocht toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal met ons rapport in handen om een handelsboycot in te stellen. Ook wij togen naar Den Haag met hetzelfde verzoek. Rosenthal wilde alleen sancties in EU-verband. Daarom zochten wij contact met de toenmalige EU-buitenlandvertegenwoordiger Catherine Ashton met hetzelfde verzoek. Zij kaatste de bal terug naar Nederland. Na nog een kleine discussie in het Europees Parlement en een presentatie bij het Nederlands Helsinki Comité met de in ballingschap levende oppositieleider Kazoulin, doofde ons verhaal uit.
Autoritaire heerschappij
Wit-Rusland heeft een kwakkelende economie en is feitelijk een van de armste landen van Europa. Het land is economisch en systematisch het enig overgebleven restant van de SovjetUnie. Lukashenko heeft in zijn 26-jarige autoritaire heerschappij weinig tot niets veranderd. Behalve voor zijn familie en naaste lakeien, die tot de rijkste bovenklasse zijn opgeklommen.
Inmiddels is Nederland afgezakt tot de vijfde handelspartner, maar met een kleine 5 procent nog steeds van groot belang voor de economie van Wit-Rusland. Daarmee rust op ons ook een verantwoordelijkheid om de Wit-Russische oppositie te steunen en hen niet opnieuw in de steek te laten.